Al meteen bij binnenkomst ruik je wat de core business is van de Friese ondernemer Eeuwke Damstra (53): vis. In zijn fabriek op een bedrijventerrein in het pittoreske Woudsend zout en droogt Damstra voorn en brasem. Ook kun je bij Damstra Visgroothandel terecht voor palingen, snoekbaarzen en andere zoetwatervissen. De groothandel bestaat al sinds 1989, maar kreeg financiƫle moeilijkheden toen Damstra in 2006 een moderne visfabriek liet bouwen die duurder uitviel dan begroot. Dankzij de Bbz-regeling kon het bedrijf alsnog een enorme groei doormaken.

Damstra Visgroothandel is een innovatieve onderneming die al sinds haar oprichting constant in ontwikkeling is. Naast Damstra en zijn echtgenote werken er vier vaste medewerkers, drie oproepkrachten en een boekhouder. 'Ik heb het bedrijf opgericht om te kunnen handelen in paling en zoetwatervis. Het ging om traditionele zoetwatervissen, zoals snoek en snoekbaars. Toen er een kentering kwam in de palingvisserij en de overheid de palingvangst bovendien beperkingen oplegde, besloten we onze bakens te verzetten en een nieuwe specialiteit te ontwikkelen. Dat werd het zouten en drogen van voorn en brasem.'

Marktleider

Voor die tijd had Damstra dit nog nooit gedaan. 'Maar ik wist dat er een markt voor was. Een Duitse klant die handelde in zoetwatervis wees ons daarop. Hij schreef op een A4 hoe het zout- en droogproces van zoetwatervis in zijn werk gaat. Daarna kwam ik een ingenieur op het spoor die zijn hele leven in de koel- en droogtechniek had gewerkt en die voor ons een machine kon ontwerpen om vis te kunnen drogen. In die machine heeft hij de luchtcondities van Noorwegen, waar vis in de natuur wordt gedroogd, zo goed mogelijk nagebootst. Inmiddels zijn we marktleider, omdat wij de eerste waren met zo'n droogmachine. Er zijn natuurlijk een paar concurrenten, maar wij hebben vijftien jaar voorsprong. Dat haalt de concurrentie nooit meer in.'

Investeren kost geld

Het visbedrijf van Damstra zat in de lift. Daarom besloot de ondernemer in 2006 tot de aanleg van een nieuwbouwfabriek. 'We zijn innovatief, willen nieuwe dingen uitproberen en groeien. Alles wat je nodig hebt, moet je dan zelf uitvinden. Als je investeert, loop je het risico dat de praktijk duurder uitvalt dan begroot. De bank wil dan lang niet altijd bijspringen, waardoor je in moeilijkheden komt. De bank wees ons op het bestaan van de Bbz-regeling. Hiervan hebben we dankbaar gebruik gemaakt. De bedrijfseconoom die ons bedrijf beoordeelde en de gemeente Zuidwest-Friesland hadden vertrouwen in onze onderneming. Daarom kregen we een bedrijfskrediet van 125.000 met een looptijd van tien jaar.'

Laagdrempelig

Dat bedrag heeft zijn bedrijf gered, weet Damstra zeker. 'Met het krediet konden we onze fabriek afbouwen - zonder lening was de visgroothandel misschien wel failliet gegaan en hadden er mensen op straat gestaan. Ik heb alleen maar lovende woorden voor het Bbz. De regeling is een relatief laagdrempelige manier om je bedrijf te laten groeien of overeind te houden. Als ondernemer moet je daarvoor alle mogelijkheden aangrijpen die er zijn.'

Rijksoverheid Magazines